"HOLIDAY ON WAR"- over een journalistieke vakantie tijdens
de Kosovo Oorlog in Macedonie - Door Ingeborg Houwen.
Mijn maand Mei in Macedoniè heeft zeker een nieuw lied opgeleverd,
denk ik tevreden onder het verlaten van Schiphol Airport in een taxi
richting Amsterdam. Zo het niet op mijn laptop staat dan wel in de
partituur van grondstoffelijke inspiratiebronnen ongevraagd meegenomen
uit onze OSCE villa in Skopje. Foto's, organogrammen, plattegronden,
exotische vistitekaartjes en het topstuk: een intern rapport! Een
eenvoudig getypt A'4tje waarop Column Leader Knut G. in zes punten
de hooggewaardeerde mediamaker Robert S. schriftelijk verraadt aan
Witness Driver H 6 Ernst H. van de Organisation For Security And Co-Operation
in Europa. Tijdens "a time for discipline for everybody",
op zaterdag 21 Maart 1999, toen het Kosovo Verification Team door
de Servische Geheime Dienst uit Pristina naar Skopje werd gejaagd
vanwege de NATO bombardementen, was Robert overgelopen naar een andere
eenheid binnen de Missie. Dat betekende dat hij niet begreep wat het
betekende om voor het Ministerie Van Defensie te werken. Of juist
wel. "I confronted him with this disappearing and he said he
could not hear me because I was shouting too loud". Knut G. heb
ik in levende lijve nooit ontmoet, maar in een fictiewerk zou hij
het uiterlijk mee kunnen krijgen van de fiere Edward Polluck, onderzoeker
On Her Majesty's Service, die ik mocht ontmoeten tijdens een rustig
moment aan de registratietafel in het doorvoerkamp Stenkovac, toen
de vluchtelingen achter het prikkeldraad moesten blijven, de koffie
pauze van de internationals zeg maar: dikke dos frisgewassen rossige
haren, zorgvuldig ingesmeerde sproetenneus, dagelijks getrainde upperbody
in zuurstokkleurige katoenen blouse weggestopt in hoog aangesloten
britse spijkerbroek. Een komische militaire dialoog, dat deed de inhoud
van het rapport voorlopig met mijn verbeelding. En binnen die vrolijke
hersencellen speelde natuurlijk ook de vraag wat Captain Tennant van
dit alles zou vinden. Aubone Tennant, broer van Michael Tennant van
de Pet Shop Boys, verliefd op Miss Kosovo en Secret Agent On Her Majesty's
Service met een License to Kill tot Augustus wanneer de oorlog overgaat
in een landoorlog, zoals men in alle kringen vermoed. At hij zijn
cornflakes nog steeds tussen de edelvluchtelingen of was hij inmiddels
overgekast naar de boys in de NATO kazerne omdat hij de locals voor
wie het allemaal gedaan werd op een afstand wilde houden? Soapy kwesties,
voortgespuwd door de ware werkelijkheid.
Amsterdam zit nog steeds in een post-koninginnedag fase. Dat komt
omdat de Gemeentelijke Stadsreiniging staakt, de taxi-chauffeur heeft
er tijdens de rit al uitvoerig over verteld. Het is donderdag 27 Mei
1 uur `s middags en in de Vondelstraat stapelt het huisvuil zich metershoog
op, keurig georganiseerd rond maisgele gemeenteborden met aanwijzende
teksten. Hier Huisvuil Plaatsen. Het maakt de overgang naar het kraakpand
waar ik woon gemakkelijker: dansende stofwolken in het trappenhuis,
de keuken een papieropslag en een maand lang vuilniszakken voor zes
personen op het terras, ondanks het mooie lenteweer. Maar de kat leeft
nog en op mijn buro ligt een envelopje met huurgeld van de onderhuurster.
Dat wordt het huishoudgeld voor de komende weken, ik loop tenslotte
nog maar een maand achter. Op het antwoordappraat bovendien staat,
vóór het incasso-buro van de tandarts, een zeer positief
bericht. De afzender is mijn vriend de theaterregisseur, door wie
ik eerst cultureel zwanger raakte van een betaalde toneelschrijfopdracht
en toen na acht weken research gedwongen werd abortus te plegen in
verband met een bestuurskwestie in de geldlagen.
Ingeborg, hier Casper. Ondanks het terugtrekken van de Rotary Club
: schrijf door! Ik geloof erin, je zit op het juiste spoor. We gaan
het volgend jaar opnieuw proberen bij het Fonds Voor De Podium Kunst!
Ik geef je duizend gulden extra voor een paar mooie dialogen.
Dit betekent het defintieve goede einde van mijn Kosovo Oorlog. Ik
kon de tandarts en de huur betalen en mijn geest door laten blijven
malen in de meest brede en productieve zin des woords. Ik ging een
Early Euro Tragedy schrijven over het militaire leven van Jacoba van
Beieren plus een levendig meisjesartikel over de Geile Jonge Vlotte
International en een cultureel uitwisselingsproject organiseren voor
arme kunstenaars in Skopje. Het was een kwestie van uitstippelen en
aanboren. Het was een groot zelfvertrouwen achter een pragmatisch
pantser. Free-lance schrijven was ze allemaal op een rijtje houden,
je eigen executing general manager zijn. Ik bel mijn vrienden en maak
een afspraak op de volgende weinig bepalende plaats in dit verhaal.
Behalve euforie kan jet-lag ook vaderlandsliefde opwekken? Bij de
ingang van het filmmuseum voor het Vondelpark ligt Gods Hof van Eden.
Het Vondelpark is een plaatje! Het is festivaldruk in het park maar
nergens zwerft vuil over de paden, integendeel; aktiegroep Redt De
Overtoom heeft kunst aan de bomen geplaatst: instalaties van papier,
punaises en geschreven tekst. Trees have eyes, staat er op elke boom.
Mocht het waar zijn dan levert 't Blauwe Theehuis haar bomen een permanente
Grolsch commercial waar zij zelf met de jonge verse groene blaadjes
deel van uitmaken. Subculturele eenheden nemen hun skeelers mee naar
het terras. Aan de lucht geen wolkje, een onbewolkte lucht met Hollands
Mei Licht tussen twaalf en vier. Alles wat kon komen is gekomen. Wat
een diversiteit. Voetballende buroboys, bejaarde snelwandelaars, gitaarspelers
in `t gras. Het was zomers in de meest schooljeugd achtige zins des
woords om weer in Amsterdam te zijn, zoals het dus op een bepaalde
manier niet zomers moet zijn geweest in Skopje? Amsterdam was frisser
en onschuldiger? Bedrijviger? Betriebharter? `t Blauwe Theehuis ontvangt
ons met extra personeel, meerdere over de ruimte verspreide consumptieverkooppunten
en afzonderlijke muziekinstalaties met bijbehorende dj's. Superdooopy
wauw, zou de Wiet van mijn berekeningen zeggen. Wiet! Zijn gelijkmatige
hoge bloedruk! Wiet wordt Jan van Brabant, de tweede man van Jacoba
van Beieren. En onder dat besluit ga ik zitten op het drukke boventerras
en open op mijn laptop STANKO (Standplaats Skopje)
klik
Schiphol 11 Mei. Bij de incheck balie worden reizigers naar Skopje
teruggestuurd naar een balie van Macedonian Airways, waar zestig gulden
belasting zal worden geheven over het vliegticket. Er is extra geld
nodig om direct door te kunnen vliegen naar Skopje, legt de medewerker
van de reisorganisatie uit. De enige reiziger die protesteert is een
gelijkmatig roodaangelopen man van middelbare leeftijd, gekleed in
robuuste vrijetijdskleding; diverse electronische apparaten hangen
aan zijn broekriem en een identiteitskaart om zijn hals. Het is geen
pretje om drie uur in Rome vast te zitten geeft hij toe ("het
vliegtuig gaat stinken naar kippen en konijnen"), maar hij heeft
ook iets algemeens te melden, namelijk dat hij deze maand al vijf
keer naar Skopje is gevlogen en "dit" nog niet eerder heeft
meegmaakt. So what do you want, vraagt de tollenaar, a goddamn Dutch
discussion?
Bij de passagierstunnel de eerste levende journaalbeelden. Een menigte
met kleine kromme gehoofddoekte vrouwen, die beschermzucht oproepen
in haar esthetische tegenpolen; de grote blonde welvarende zusters:
een grondstewardess en mijzelf. Een blonde blauwe opgebonden sexbom
komt aangeschuiveld met een vluchtelingenmevrouwtje om deze persoonlijk
over te dragen aan de douane. Ik schiet op het omaatje af en bied
aan om haar tas te dragen.
May I help you please?
Sure sure help me help me.
Deze vrouw woont al vijf maanden in Amerika en spreekt een beetje
Engels. Ze heeft vier zoons en een dochter, vertelt ze met een gelaatsuitdrukking
die trots uitstraalt. Ze lijkt op Moeder Theresa. We zijn samen een
klein vliegtuig ingewandeld. Ervan uitgaand dat zij mij vriendelijk
de juiste weg zal gaan wijzen, toon ik onze plaatsbewijzen aan een
stewardess die met een nonchalant handgebaar aanduidt dat wij overal
kunnen gaan zitten waar wij willen, en dus trek ik mijn Theresaatje
direct van het gangpad in de veiligheidsriemen. En ja hoor. Blijkt
dat de regel van de vrije zitplaatsen niet bestaat: Theresa en ik
worden uit elkaar gerukt. Tegen alle vliegvoorschriften in arriveert
op het allerlaatste moment mét haar hoofdbagage een geblondeerde
slavische vrouw van middelbare leeftijd. Een enorme koffer die niet
in het bagagenet past zodat het vliegtuig niet kan opstijgen! Deze
vrouw heeft een verhaal dat ik niet kan verstaan, maar het verleidt
de sjacharijnige stewardess tot constructieve dienstverlening. Vrouw
en koffer worden naast mij gezet, precies achter het symbolische gordijntje
tussen business en economy class met wat extra ruimte. Voila, zou
Filips de Goede zeggen. De vrouw en ik komen via het slechte ontbijt
in een goed gesprek. Te beginnen bij het gezamenlijke begin: de extra
belastingpremie. Wat het geld betreft kon Tomka Macedonian Airways
heel goed begrijpen; er bestond een enorme overbelasting in het vliegverkeer
sinds ... wat ze maar zou noemen....de Toestand, maar kijk, zij was
net tijdens die ene vrije minuut die ze in de binnenstad van Amsterdam
door had gebracht beroofd van al haar geld, dus ze had geen zestig
gulden kunnen betalen. Voor het Centraal Station gestaan zeker, knik
ik begrijpend. Wat had ze gedaan in het buitenland? Ze was een maand
lang internationale vrouwencongressen afgereisd: in de Verenigde Staten,
Duitsland en Nederland. Negen jaar geleden richtte ze de Union of
Women Organization Of The Republic of Macedonie op naar aanleiding
van de vrouwenverkrachtingen in de Bosniè Oorlog. Inmiddels
zette ze ook projecten op voor de Macedonische jeugd, die te maken
had met inertie. Ik vraag haar of al deze sociaal-bestuurlijke taken
de zogenaamde positieve kant van oorlog betekenen. Die theorie bestond
immers, goedgekeurd door economen en historici: oorlog is goed voor
de mens. Daarom doen we het. De vrouw schudt haar hoofd over deze
stelling.
`Tweehonderdduizend Kosovaren, ' mijmert zij hard op, `op een bevolking
van 1 miljoen mensen in een land kleiner als Nederland. Hoe zou elk
willekeurig ander land reageren op twintig procent extra bevolking?'
`Bestaat er kritiek op de Macedonische overheid?' vraag ik, geheel
ongeïnformeerd over het onderwerp. De Macedonische kwestie was
wel het laatste waar ik over na had gedacht. Tomka verdedigt haar
minister president die net als Freek en Ilse huilend voor de televisie
was verschenen.
`Het is de schuld van de Albanezen. Macedonische Albanezen hebben
recht op eigen onderwijs, een eigen taal, maar nooit voelen ze zich
erkend, bovendien potten ze hun geld op, kopen ze alleen land en huizen
om grond te bezitten en nemen ze veel te veel kinderen. Acht gemiddeld!'
Oeps.
`Is er veel woede in Macedonie?' vraag ik.
`Ja,' antwoordt zij.
Terwijl het vliegtuig neerdaalt langs poederzandkleurige bergtoppen
(sneeuw!) neemt het lege, bergachtige lanschap vorm aan met levende
soldatenjongens op tanks. De jongens doen niks dan hormonaal in balans
blijven, dat zie je zo: basketballetje oefenen en, heus waar, het
wrijven van geweren. Macedonian Airways speelt "Ebony en Ivory",
een muzikale versie die door iedereen aan boord wordt meegezongen,
terwijl het vliegtuig afremt. Live together in perfect harmony, side
by side in a pyama... Na het landen kan alleen Tomka met haar koffer
regelrecht in de armen van haar man vallen, de rest van ons krijgt
te maken met een niet functionerende lopende band bij het bagagedepot.
Drie kwartier later, tegen het middaguur. Buiten voor het vliegveld
een menigte mensen in opgewonden staat: taxi chauffeurs. Een stevige
mediterane stadscowboy met een prachtige dure zonnebril draagt het
beloofde bordje met mijn naam. Van een Amerikaan uit de Missie, een
kale bolle bejaarde die zijn vrouw ophaalt en vraagt of zij en ik
deze week niet gezellig kunnen gaan winkelen, krijg ik een voorgedraaid
kanariegeel mobiel telefoontje tegen mijn oor en mond geduwd. Tom
bellen in het Contigency Center, luidt de opdracht. Voor mijn vertrek
had Willem mij een aantal instructies gegeven, waaronder deze: ik
zou van het vliegveld worden opgehaald door een duty driver en getransporeerd
worden naar het Contingency Center te Skopje. Gadver, was mijn primaire
reactie geweest, Contigency Center? Daar waar de niet noodzakelijke
waarheden zich verzamelen? Je moet het bekijken als Lawrence Durrell,
had mijn broer geantwoord, wellicht omdat Lawrence Durrell mijn favoriete
auteur is en diplomaat en spion is geweest.
`Welkom Ingeborg, geweldig goed dat je veilig bent aangekomen!'
`Dankuwel!'
`Ik heb geweldig fijn nieuws: Willem heeft vrijaf gekregen van het
kamp en zit te wachten op een terras in de binnenstad.'
`Geweldig Tom', lach ik, `dan hoef ik dus niet tot zes uur in de tuin
te wachten, zoals de vorige opdracht luidde.'
De zonnebrilschoonheid blijkt tevens de duty driver te zijn, maar
mijn gesprekspartner in de feloranje OSCE jeep wordt de mondige man
van Schiphol. "Wiet" is zijn naam. Het kan een bestaande
naam zijn maar het klinkt als een kraakpandcode. Wiet is een jongen
van 54 die al twee maanden dagelijks werkzaam is als humanitarian
in een klein kamp met permanente status aan de Albanese grens binnen
het registration process van single arrivals , in een UNHCR tent met
het RC5 team van de OSCE. Een collega dus van mijn broer. Ik denk
dat Wiet alles wat hij weet in een klap naar buiten gooit, wellicht
omdat ik beweerd heb journalist te zijn voor de Elle. Voor Wiet ben
ik de Flair Journaliste. Op de snelweg luister ik naar zijn masterclass
over het humanitiare veldwerk, maar mijn hersens gaan over in een
puur toeristische toestand wanneer Skopje zich aan ons presenteert.
Een deel van mij leeft in de Late Middeleeuwen, dat is de waarheid.
Ik ben in het gebied van keizer Sigismund en herken een bekend kunsthistorisch
object over een ijsklare kolkende rivier: de beroemde driebogenbrug
uit 13zoveel, gebouwd in opdracht van de Eerste Echte Europese Leider:
Alexander de Grote! Een Macedonier! In mijn hoofd ontstaan parameters
voor Filips de Goede, terwijl mijn ogen turkse torentietjes waarnemen
van moskeeèn die uitsteken boven betonnen byzantijnse kerken
en grauwe Bauhaus gebouwen. Voor de rest een lekkere vieze drukke
metropool met, zo op het eerste gezicht, een hele pluriforme samenleving.
Skopje, je t'aime, zucht ik.
Een bleke man met een bolhoed en wandelstok is naast mij komen zitten
aan het tafeltje.
`Hi.'
`Hi.'
Hij knikt naar mijn laptop naast restanten feta en Tropicana juice.
`Are you working?'
`Yes.'
`What are you working on?'
`I came back today from Macedonia.'
Met professionele zorgen sluit ik dokument STANKO en staar wat over
het terras van `t Blauwe Theehuis, beelden die oplossen in Cheesy
Tune muziek, het grote kosmopolitische recyclen in klankgeschiedenis.
Rechts; drie tatoeagegasten in gesprek over de sensatie van het openleggen
van de huid, het moment dat de naalden penetreren. Hierachter een
moderne moeder die drie meisjes van rond de twaalf fotografeert. Kom
jongens, zegt de moeder, een beetje vrolijker kijken, hoor. Ik moet
denken aan "mijn" tienermeisjes uit Boiana, het grootste
refugeecamp. Via een fototoestel probeerde ik met ze in contact te
komen. "Maar wie ben jij eigenlijk?" vroeg de boze kortgeknipte
met het zwaar vervuilde H & M mutsje, die iets weg had van Björk
en daarom naar Ijsland wilde vluchten. En ik antwoordde naar waarheid
om het ijs tussen ons te breken door ostentatief een keer kort met
mijn kin te wijzen naar de jongste logistieke medewerker uit de Missie,
een lekkere latin loverboy, die juist met wapperende lange gouden
manen in een oranje OSCE jeep stapte om weg te scheuren over het stoffige
kampterrein, wellicht weer om een burec te scoren. Dat werkte. Een
humanitaire hoer. Aha. Ineens was het alsof we op Camping 2000 stonden.
We gingen fotomodelletje spelen in het concentratiekamp. Future Supermodels,
riep ik luidop tegen iedereen en niemand in het byzonder. Die hoeren
kunnen over een tijdje het kampbordeel in, suggereerde een albanese
translator aan de registratietafel fijntjes. Ai ai. De foto's ga ik
straks aan mijn vrienden tonen. De man met de hoed schuift mij zakdoekjes
toe. En inderdaad, ik huil.
`I've been a writer. And a publisher. But now I do the things that
I did naturally when I was a little boy. Painting. I have become an
artist.'
`Writing is an art also.'
Hij knikt.
`But the Balkans are too boring for the audience,' zegt de uitgever,
`They've been making trouble now for a thousand year.'
`Six hundred,' zeg ik mechanisch, `And the Germans started it, always.'
De kunstenaar lacht.
`O come on. We don't even remember Monica Levinsky. Do we?'
`Most certainly. Sucking somebody's family jewels means lovemaking
in a very traditional way.'
`We call it sex.'
`And sex is over.'
Een serverende seizoensarbeidster loopt rond met die tekst (sex is
dead) op haar t-shirt.
`The woman I will have to reanimate had to give up her position as
a european leader because she was a woman. Do you know Jacoba van
Beieren?'
Mijn vriend schudt zijn hoofd. We voederen de vogeltjes. Musjes, met
hun fragiele karkasjes en losse holle hoofdjes ontworpen om op te
stijgen.
`Any blood in the story?' vraagt de man.
`Just my own,' zeg ik, kijkend naar de split in mijn rok. Ik danste
door het Contingency Center, die vreemde vierkante toren vol onschuldige
bedrijfjes aan de voet bewaakt door geuniformeerde jonge edelvluchtelingen,
toen op de toiletten bleek wat ook nog de oorzaak kon zijn van alle
emotie. Als ik een autobiografisch verhaal ga schrijven zal Mieke
Bal ervan smullen, denk ik zorgelijk. Ervaringen tijdens twee bloedingen
door Ingeborg Houwen. Mijn leven was te feministisch voor een goed
oorlogsverhaal. En voordat Column Leader Knut fictief verwerkt was,
was de wereld waarschijnlijk al weer in een andere fase en ik dood
gegaan van armoede. Geen aansluiting op het nieuwe tijdperk. Het financièle
probleem kwam weer lichtjes opzetten. De man buigt zijn gezicht dichterbij.
De huid op zijn gezicht was heel dun, heel oud en roze gevlekt; zijn
wimpers schaars en wit, zijn ogen rood en waterig, met blauwe pupillen.
`Is writing your duty, your profession or is it a passion?'
`All three of them, sir.'
`Than what is the problem?'
Hij lichtte zijn hoed op en verdween.
klik
(wordt niet vervolgd)
`I just visited my brother, you see. And that aspect can only be interesting
if his person is fully introduced. I know I could do that, and he
would be most interesting, but the thing is, I want to keep his autobiographical
level as low as possible. I dont even know if I should write the article.Allthough
for the play offcourse the whole family issue is really important.
The powernetwork shared one bloodtype in the Middle Ages. They all
grew up together. The brain a nest of wormy thoughts, if not well
raised. I am sure Captain Tennant would have liked that line. Captain
Tennant and his horrible book about a captain. He was reading himself
in his role, allthough he pretended to hate the army. Everyday he
talked about how he wanted to return to the university. An international
business school. I saw the applicationform in his boy room, the room
that belonged to the son of our macedonian host. But his was the Robbie
Williams Cd.'
`So, it's going to be a story about Captain Tennant.'
`O no,' zuchtte ik, `We didn't even go sunbathing on an armytruck.
He liked to do that. After he visisted the coctail party's in the
various embassy's.'
In 1993 richtte hij met Chris Keulemans Press Now op, een stichting
die zich ten doel stelde om de "onafhankelijke media" in
de Balkanlanden te steunen. Een dynamisch initiatief: Chris en Willem
schaften zich blauwe maatpakken aan om de vleespotten van onze overheid
aan te spreken ter ondersteuning van de georganiseerde vrijdenkers
in de (euro)slavische landen; tegelijkertijd werd hier het culturele
centrum in Amsterdam, waar Press Now kantoor hield, gebruikt door
gevluchte (euro)slavische intelektuelen, naast werkplek en informatiepunt
ook om administratieve vraagstukken op te lossen, zoals nu eenmaal
hoort bij een (permanente) internationale verplaatsing.
Huilende jonge mensen in het Balie café die niet in het vluchtelingenkamp
wilden maar om advocaten riepen, mensen vaak net zo oud als ik toen,
midden twintig.
Mijn broer is ondereel van de grote geschiedenis en ik heb hem zien
duiken, zweven, zwemmen en ten ondergaan. Maar nu drijf hij, de lieverd,
mijn grote broer, heel verstandig in de buurt van de Grijze Brigade.
Op de bres voor de virje meningsuiting dus, altijd gepaard gaande
met zakelijke adjectieven: professionaliteit!
Binnen de Grijze Brigade geen borstels maar heel veel diversiteit,
Tom draagt een Bonneterie shirt, Wiet dus de openlijke safarielook
en Willem gaat voor trendy en zakelijk, de schat! De stammen van vele
soorten denken beheersen we, hij iets meer als ik, daarom zeg ik nooit
zoveel
politieke crescendo:
die dag werd het krantennieuws van de volgende dag besproken
En wist ik al dat het Humanitaire Netwerk werd ingenomen door allerlei
politieke langpoten, mensen met de romantische ondertitel van liaison
officer, een ondertitel die niet altijd op het PR kaartje vermeld
staat, een ondertitel dus die parralel liep aan het geheim agentschap,
hetgeen suggereert dat zij die veel weten zorgvuldig met hun kennis
om moeten gaan?
De grijze borstel brigade?
Rode "Tom Wolf" parasollen op een eens groene nepgrasmat
, wit plastic meubilair en luid "Learn to Say Goodby" van
Madonna, de ambient long track. We worden bediend door girlpower personeel;
oberinnen op hoke hakken in glanspanty's, korte rokjes, gekleurde
haren, bijpassende nagellak, buiktruitjes en een tegelijk geladen
en lege gezichtsuitdrukking die ik zal noemen: Slavic Spice. Tom,
Wiet en Willem (bruinverbrand met een stropdas en rode glansspiegelbril)
bespreken de toestand.
Kunst is vergelijken. Om over oorlog en vrede te kunnen schrijven
heb je de ervaring nodig. Ik was al een bezig een toneelstuk over
haar te schrijven
zonder iets te weten van onze nationale geschiedenis, dus researchte
ik me kapot, toewerkend naar, zoals dat gaat, de story, de plot, de
personages, de tijd-ruimte constructie, kortom de narrativiteit van
het toneelstuk. Het was veel werk maar ik had er zin in, de speelplek
was gegarandeerd
NATO was de weinig subtiele vredestichter en ik de bevolking van Belgrado
die al tien jaar economisch geboycot was. Verder ging mijn ervaring
niet.
daarnaast werkte ik vijf dagen in de week omdat de producent een typisch
takkerige middelvrouw was en de regisseur een goede vriend. De realiteit
was wat het artistieke overleg betrof de deadline, de bijl die kan
vallen wanneer jij je erbij neerlegt. Een deel van mijn hersenen vermaalde
de historische input, een ander gedeelte van mijn hoofd checte de
competative genres (Black Adder was een metatalige Shakespear op film,
met kritische grappige aandacht voor het ideengoed over de Middeleeuwen.)
In de maand April van het jaar 1999 onderzoek ik de late middeleeuwen
om tot een idee te komen over Jacoba van Beieren, een adelijke rebellenleider
uit 1401; begint de NATO tegen Milocevic een luchtoorlog en keert
als gevolg van dit laatste mijn broer terug naar Amsterdam, regelrecht
teruggestuurd van de Missie uit de hoofdstad van Kosovo, Pristina,
waar hij had gewerkt als verificator van de OVSE (de Organsiatie van
Veiligheid en Samenwerking in Europa). Op de bank in het huis van
vrienden, omdat zijn huis was onderverhuurd, zetten wij onze gebruikelijke
. Mijn politiek bewustzijn was enorm verhoogd door de research die
k verrichtte en dankzij onze snelle levensstijl kon ik vrijelijk postmodern
analogièn spuien:
Ze hebben de Verenigde Naties gepasseerd, de bejaarden hamsteren weer,
de Derde Wereld Oorlog breekt uit, krijste ik `s avonds op zijn welkomstfeestje.
desondanks de Rotary Club zich terug uit het toneelproject, waarna
Rijkswaterstaat afhaakte, de producent van concept veranderde en mijn
taak werd afgeblazen. Het had niets met mij te maken. Ik kende het
gevoel van de lege vooruitzichten, mijn bestaan zit vol met culturele
abortussen, maar duizenden guldens bleven dus weg van mijn rekening
en ditmaal kon ik niet de kracht opbrengen om terug te keren naar
het oude vertrouwde uitzendbaantje.
(vervolg Vondelpark.)
Cheesy Tune, dat heb ik gemist! Meteen naar de vrienden: het vervolg,
het resultaat: mijn werk. De beurs, de etalage, het project. Paul
en Martin als de kunstmafia? Aankondiging verliefdheid. Thema: )
Voorlopig was ik vrij. In The Text. Nadat ik mijn vrienden gebeld
had, loop ik naar de plek waar wij elkaar later zouden ontmoeten.
De europese overheid had er al een naam voor: culturele uitwisseling;
een expressieve ontmoeting tussen niet geïnstitutionaliseerde
creatieven uit verschillende
landen. Microsoft stopt registratiechips in de refugees, laat ons
kunst maken tijdens het inmarcheren van de grond- of vredestroepen;
kunst maken tegen een levende historische achtergrond, die wij manipuleren
middels de wereldmedia. Een Skopje Special1999 in de Beneton Review.
Het waren allemaal verhalen van de toekomst die ik een voor een ging
uitvoeren.
|